Een voedingsschema maken kan lastig zijn en verschilt per persoon. De juiste voeding binnen krijgen is heel belangrijk. Hoeveel eet je of drink je van iets? Lees hier hoe je een passend persoonlijk voedingsschema maakt. Eventueel kun je ook hulp vragen bij een diëtist in Roosendaal. Allereerst is het belangrijk om te weten. Een juist voedingsschema hangt af van:
- Geslacht
- Leeftijd
- Activiteiten op een dag
- Vetpercentage
Daarbij dient iedereen te letten op kwantiteit en kwaliteit van voedsel. Kwantiteit houdt in dat je aandacht geeft aan de verhouding tussen macronutriënten kwaliteit wil zeggen dat je voedingsstoffen uit gevarieerde en verse producten gehaald dienen te worden. Nodig om te weten voor een gepast voedingsschema is je dagelijkse caloriebehoefte. Zo weet je hoeveel je binnen moet krijgen om spieren te kunnen laten groeien. Het opstellen van een persoonlijk voedingsschema bestaat uit vier stappen:
Stap 1: formuleer een doel
Wát wil je bereiken? Hoeveel weken/ maanden. Een strak lichaam willen trainen bestaat uit een keuze tussen één van deze opties:
- Vet kwijtraken en Spieren behouden
- Geen vet erbij krijgen en Spieren kweken
Vet verbranden en tegelijkertijd spieren kweken is lichamelijk gezien onmogelijk: daarom dien je één van de twee opties als doel te kiezen. Om af te vallen dien je een negatieve energiebalans te hebben, om spieren te kweken het tegenovergestelde – dan heb je een positieve energiebalans nodig. Een realistisch doel voor een trainingsperiode van twee maanden ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: Ik wil mijn spiermassa op hetzelfde niveau houden (een lichte toename is toegestaan) maar mijn vetpercentage met circa 4% omlaag brengen. Onthoud wel dat hoe dichter je bij je doelen komt, hoe moeilijker het zal worden. Waar je vetpercentage in de eerste maand misschien wel met 2% omlaag schoot, zal het in de tijd daarna wellicht langer duren voordat je weer 2% omlaag gaat met je vetpercentage.
Stap 2: bereken je energiebehoefte
Hoeveel eiwitten, koolhydraten en vetten moet jouw voedingsschema bevatten? Dit hangt af van je vetpercentage. Om dit op een correcte manier te meten wordt aangeraden gebruik te maken van een huidplooimeter. Je kunt dit thuis zelf doen of door een professional op de sportschool of bij een diëtistenpraktijk laten doen. Onderhoud van je lichaam is hier een belangrijk punt. Onderhoud is de hoeveelheid calorieën die je lichaam nodig heeft om op gewicht te blijven. Zo werkt het: ga je onder je onderhoud zitten, dan richt je je voornamelijk op het verlagen van je vetpercentage. Ga je echter boven je onderhoud zitten, dan is je voornaamste doelstelling het winnen van spiermassa. Vrouwen worden over het algemeen geadviseerd om 2.5 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht, 4 gram koolhydraten per kilogram lichaamsgewicht en 1 gram vet per kilogram lichaamsgewicht te nuttigen. Om dit duidelijk bij te kunnen houden zijn deze macronutriënten om te rekenen naar calorieën. Zo staat één gram eiwit gelijk aan 4 kcal, één gram koolhydraat is ook 4 kcal en één gram vet staat gelijk aan 9 kcal. Om vet te verbranden dien je 200-500 minder calorieën binnen te krijgen dan eigenlijke dagelijkse hoeveelheid die past bij je gewicht. Stel, je weegt 70 kilo. Dan heb je nodig per dag:
- 175 gram eiwitten
- 280 gram koolhydraten
- 70 gram vet
Dat staat gelijk aan 700 kcal uit eiwitten, 1120 kcal uit koolhydraten en 630 uit vetten; wat in totaal op 2450 kcal neerkomt. Wil je vet verbranden dan dien je je eetpatroon aan te passen zodat je 1950 – 2250 kcal per dag binnenkrijgt. Wil je spieren kweken, dan dien je uit te gaan van 2650 – 2950 kcal per dag.
Stap 3: Stel een voedingsschema op
Belangrijk bij een voedingsschema is hoeveel calorieën je binnen wilt krijgen per dag en dien je de verhouding tussen de macronutriënten in de gaten te houden. Via deze link kun je invullen hoeveel calorieën je per maaltijd binnenkrijgt en uit welke macronutriënten je deze haalt (eiwitten, koolhydraten of vetten). Gemiddeld gezien voor een training dien je 40% van de calorieën uit eiwitten te halen, 30% uit koolhydraten en 30% uit vetten. Omdat dit verschilt per persoon, kun je dat in deze calculator aanpassen. Zo zie je hoeveel calorieën je per maaltijd binnen mag krijgen. Hier enkele tips van in welke voeding je welke macronutriënten vindt:
Eiwitten
- Mager vlees (kip, kalkoen, rund)
- Vis
- Eieren
- Noten, granen, peulvruchten
- Kwark
- Koolhydraten
Langzame koolhydraatbronnen
- Volkoren pasta / volkoren brood
- Zilvervliesrijst
- Groenten
- Quinoa
- Havermout
Snelle koolhydraatbronnen:
- Fruit
Vetten
- Vette vis
- Avocado
- Zaden
- Pindakaas
- Noten
Aangeraden wordt om vijf tot zes maaltijden per dag te nuttigen en uit gevarieerd voedsel de macronutriënten te halen. Probeer in ieder geval elke drie uur iets te nuttigen.
Stap 4: evalueer je voedingsschema
Verwacht niet dat je eerste schema meteen ideaal is. Om de zes á acht weken is het handig om je schema opnieuw te bekijken en eventueel aan te passen. Of het bij je lichaam past hangt namelijk af van je stofwisseling en dit kan schommelen. Verander je schema niet direct heel drastisch, maar voer alle veranderingen stap voor stap in. Overleg met een professional als een diëtist of personal trainer.